
MRI bij spierinvasieve blaaskanker
Dr. Frederic Baekelandt, Dr. Daan De Maeseneer, Dr. Piet Dekimpe en Dr. Andries Van Holsbeeck
Een recente studie van Dr. Daan De Maeseneer, medisch oncoloog in AZ Sint-Lucas Brugge, werpt nieuw licht op het gebruik van MRI bij blaaskanker. In samenwerking met het Universitair Ziekenhuis Gent onderzocht hij hoe MRI-beelden kunnen worden gebruikt om de respons op chemotherapie te evalueren. Voor patiënten betekent dit dat we sneller en gerichter kunnen bepalen of een operatie nodig is.
Blaaskanker komt steeds vaker voor. Het verloop van de ziekte is in eerste instantie veelal traag en gaat niet altijd gepaard met veel klachten. Bloed in de urine is vaak een van de eerste klachten. Bij zichtbaar bloedverlies (macroscopische hematurie) wordt bij bijna 20% van de patiënten een kwaadaardige aandoening van de blaas gediagnosticeerd.
Bij ongeveer 15% van de patiënten met kwaadaardige afwijkingen wordt tijdens een onderzoek van de blaas (cystoscopie met bioptname) een lokaal uitgebreide blaaskanker vastgesteld. In dit stadium verspreiden kankercellen zich doorheen de spier van de blaas. Dat noemen we spierinvasieve blaaskanker. De behandeling bestaat uit een combinatie van systeemtherapie, meestal chemotherapie, gevolgd door het wegnemen van de blaas (cystectomie) en eventueel immuuntherapie.
Dr. Daan De Maeseneer
Het opstarten van chemotherapie bij patiënten is niet zonder risico. De chemotherapie die bij spierinvasief blaascarcinoom wordt gebruikt, bestaat uit verschillende cytostatica die bijwerkingen geven die vaak een ernstig verloop kennen en lang aanwezig blijven. Bovendien is bijna de helft van de blaaskankers resistent aan chemotherapie waardoor de effectieve behandeling met cystectomie onnodig uitgesteld wordt. Het is dus belangrijk om te kunnen aantonen of de chemotherapie werkt. Een MRI van de blaas kan daarvoor gebruikt worden. Dit is een vlot toegankelijk onderzoek dat weinig invasief is voor de patiënt.
Driestapsevaluatiesysteem
Dr. Daan De Maeseneer en zijn collega’s toonden aan dat het mogelijk is om heel accuraat het effect van chemotherapie op een tumor in de blaas na te gaan door gebruik te maken van een driestapssysteem om de MRI van de blaas te evalueren.
Daarbij wordt gebruik gemaakt van een evaluatie op basis van klassieke T1- en T2-gewogen beelden en van diffusie en contrastopnames (zie figuur 1). Door die techniek toe te voegen aan de bestaande internationale richtlijnen, de zogenaamde nacVI-RADS, kon in een groot aantal gevallen een volledige pathologische respons voorspeld worden, met een specificiteit van 96%. Deze techniek verminderde ook de interpretatieverschillen tussen radiologen. Een gunstig resultaat volgens deze techniek bleek ook voorspellend voor een langere ziektevrije overleving.
In AZ Sint-Lucas Brugge worden patiënten met blaaskanker altijd multidisciplinair besproken en behandeld. Patiënten met spierinvasieve blaaskanker ondergaan een MRI-onderzoek voor de start van chemotherapie, na 2 cycli en na 4 cycli. De driestaps-MRI-evaluatie uit dit onderzoek helpt artsen om het verdere behandelingstraject beter af te stemmen. Zo kunnen onnodige of ineffectieve behandelingen vermeden worden.