calendar selected 17 juni 2024

Urgente DOAC-bepaling in het laboratorium Klinische Biologie

Lisa Florin, apotheker-klinisch bioloog

Sinds eind mei 2024 voert het Laboratorium Klinische Biologie zelf de spiegelbepaling uit voor de anti-Xa DOAC’s (directe orale anticoagulantia) apixaban, rivaroxaban en edoxaban. Voorheen werden deze testen doorgestuurd naar een extern laboratorium. Deze analyses worden uitgevoerd op vraag van de dienst Neurologie.

Op heden worden patiënten die chronische DOAC-therapie krijgen en zich op de spoedgevallendienst presenteren met een ischemisch beroerte, niet behandeld met IV trom- bolyse tenzij de laatste inname van de DOAC langer dan 48 uur geleden is. In het laatste trombolyseprotocol van de European Stroke Organisation uit 2021 wordt echter geadviseerd om bij patiënten met anti-Xa DOAC (rivaroxa- ban, apixaban of edoxaban) een dringende spiegelbepaling uit te voeren. Afhankelijk van de spiegelbepaling wordt beslist om al dan niet over te gaan naar IV trombolyse:

  • Spiegel < 50 ng/mL: start IV trombolyse
  • Spiegel 50-100 ng/mL: individuele beslissing van de arts
  • Spiegel > 100 ng/mL: géén IV trombolyse op te starten

Voor dabigatran (anti-IIa DOAC) is een dringende spiegelbepaling minder cruciaal aangezien hier een specifiek antidoot (Praxbind®) ter beschikking is. De routinestollingstesten aPTT en PT zijn niet geschikt om de concentratie aan DOAC in te schatten, waardoor een specifieke spiegelbepaling noodzakelijk is. Over het algemeen hebben de anti-Xa DOAC’s meer invloed op dePT, de anti-IIa DOAC dabigatran heeft meer invloed op de aPPT.

Uitdagingen bij de implementatie van urgente DOAC-bepaling

Gezien de urgentie om een behandeling bij patiënten met een ischemische beroerte op te starten, dient deze spiegelbepaling dringend te gebeuren. De implementatie van deze test in urgente setting heeft echter verschil- lende implicaties. Het resultaat van de test moet zo snel mogelijk en maximaal binnen 30 minuten na afname van het staal gekend zijn om een meerwaarde te kunnen bieden bij het instellen van de correcte therapie. Om deze korte turn-around-time te kunnen halen, moet ten alle tijde reagens aan boord van het toestel beschikbaar zijn.

Bovendien moeten preventief op regelmatige tijdstippen kwaliteitscontroles gebeuren om te waarborgen dat de kwaliteit van het reagens voldoende is op het moment dat een dringend staal toekomt. Alle laboranten dienen opgeleid te worden en te blijven om deze test op elk moment te kunnen uitvoeren. Goede communicatie tussen de spoedgevallendienst, de behandelend neuroloog en het laboratorium is van belang om de resultaten zo snel mogelijk correct te kunnen rapporteren.

Andere indicaties

Daarnaast heeft het bepalen van DOAC-spiegels in het bloed nog enkele andere indicaties. Ten opzichte van de conventionele anticoagulantia (heparine, LMWH, vitamine K-antagonisten) hebben de DOAC bepaalde voordelen: orale inname, snelle werking, kort half-leven, voorspel- bare farmacokinetiek en –dynamiek, geringer risico op interacties met voedingsbestanddelen en medicatie. Hierdoor kunnen de DOAC aan een vaste dosis toegediend worden en is het bijgevolg niet nodig om routinematig de DOAC-spiegel te bepalen.

Bij bepaalde patiënten kan het toch nuttig zijn om de spiegel aan te vragen:

  • Overgewicht (BMI >50)
  • Nierinsufficiëntie (GFR <30)
  • Trombose tijdens therapie
  • Twijfel therapietrouw
  • Vermoeden van overdosering
  • Zwangere vrouwen
  • Kinderen

In bovenstaande gevallen is het belangrijk om het staal op het juiste moment af te nemen, zodat de bekomen resulta- ten gecorreleerd kunnen worden met de bestaande referentie- intervallen:

  • Piekspiegel: afname 2 uur na de laatste toediening
  • Dalspiegel: afname 1 uur voor de volgende toediening

Deze test wordt vergoed door het RIZIV.

Meer info

Laboratorium Klinische Biologie

050 36 53 40
sec.labo@stlucas.be


Verwante nieuwsberichten